Transcript
Bij een hartstilstand telt elke minuut en is het van levensbelang dat reanimatie meteen wordt gestart. Maar wat als jij de enige bent, die in de buurt is? Erik De Vadder toont je hoe je een slachtoffer kan reanimeren, tot de hulpdiensten ter plaatse komen.
Dag Erik. Welkom in de studio.
Goeiemiddag.
We gaan vandaag leren reanimeren.
Klopt.
Maar misschien moeten we bij het begin beginnen. Hoe merk je aan een slachtoffer, dat het nodig is om te gaan reanimeren?
Dat is inderdaad een goede vraag. Het is niet altijd even gemakkelijk. Maar als je iemand vóór jou aantreft, die plots neervalt, het typische beeld dat we kennen van het hand op de borstkas zetten.
Dat klopt als cliché?
Dat klopt als cliché bij hartaanvallen, het plotse bewustzijnsverlies. Dan weten we niet onmiddellijk dat er een reanimatie nodig is, maar we weten al wel dat die persoon bewusteloos is. En de volgende stap is dan om te kijken of hij ademt.
Ja. En hoe weten we dat?
Door te gaan controleren.
Dat klinkt misschien heel gemakkelijk?
Dat is niet altijd even gemakkelijk. We moeten daar iets voor uitvoeren, we moeten daar effectief naar gaan luisteren. Naast ons slachtoffer gaan zitten en goed luisteren. En zo kunnen we testen of iemand ademt. Maar we gaan hem natuurlijk eerst aanspreken, om te weten of hij al dan niet bewusteloos is.
Dat klinkt allemaal heel spannend, als je dat nog nooit gedaan hebt.
Dat klopt.
Mag iedereen dat zomaar doen? Want ik denk dan altijd, dat ik daarmee ook iets verkeerd kan doen.
Er is maar één ding dat je fout kan doen. Dat is: niets doen. Je moet minstens de hulpdiensten verwittigen. Verder is het natuurlijk begrijpelijk voor mensen. De termen EHBO en reanimatie worden regelmatig door elkaar gehaald. EHBO is gezond verstand. Als ik in uw vinger snij, denk ik dat u weet wat u moet doen.
Dat gaat nog net lukken.
En als iemand vóór u plots neervalt? Dat heeft u nooit geleerd.
Dat is iets anders, ja.
Dus denk ik dat het toch interessant is, als u toch minstens een kleine opleiding heeft gevolgd. Om te kunnen reanimeren. De durf is een beetje afhankelijk van de situatie, maar ik weet uit ervaring dat de durf bij mensen om te starten met reanimeren, veel groter is na een opleiding
Maar stel dat ik geen opleiding heb gevolgd en ik het alleen op TV heb gezien. Of ik heb jou nu in deze uitzending gezien. Mag ik het dan doen?
U mag het doen, u moet het eigenlijk doen. U moet helpen, in de mate dat u het kan.
Maar, onze pop Anne heeft een hartaanval gehad. Wat doen we dan concreet?
Oké. Kan ik het nu even voortonen?
Ja, natuurlijk. Daarvoor ligt ze hier natuurlijk.
We gaan bij Anne zitten. We gaan dus eerst kijken of zij al dan niet wakker is. Hoe doen we dat? We gaan ertegen praten en we gaan onze handen op de schouders leggen. "Hallo mevrouw, hallo! Hoort u mij"? Eventueel een beetje luider. "Hallo mevrouw! Hoort u mij”? Ik krijg geen reactie, wat wil zeggen dat ze bewusteloos is. Ik weet nog niet of ze ademt, maar ze is bewusteloos. De volgende stap die we gaan nemen, om te weten of ze ademt, is het openen van een luchtweg. Ik zet één hand op het voorhoofd, twee vingers onder de kin. En ik ga het hoofd, zo ver mogelijk, achteruit trekken. Dat is niet moeilijk. Dat kan je bij iemand die 80 kg weegt, dat kan je bij iemand die 120 kg weegt. Uw hoofd is een hefboom. Zo ver mogelijk achteruit. Met die twee vingers aan de kin gaan we ook iets doen. Als je bewusteloos bent, worden al je spieren slap. Uw tong is ook een spier. Een serieuze spier, doordat we daar de hele dag mee praten. Wat gebeurt er als je zo ligt? Dan gaat de zwaartekracht je tong naar beneden duwen. En die gaat de luchtweg eigenlijk dichtduwen. Als we die tong er zouden kunnen uithalen, is dat probleem opgelost.
Dat zou wel makkelijk zijn.
Jammer genoeg gaat dat niet. Maar wat kunnen we wel doen? Uw tong hangt vast aan uw onderkaak. Dus wat gaan we met die twee vingers doen? We gaan die aan de onderkaak aanhaken en letterlijk de kaak naar boven trekken. Dus als een soort kinlift. Zodat je die tong van de luchtweg optilt.
Dus het hoofd achteruit kantelen en de kin liften. Dan is de luchtweg vrij en kunnen we, als volgt, de ademhaling gaan controleren. Gewoon luisteren. Ik heb bewust lang de tijd genomen.
Ik wou net vragen waarop we aan het wachten waren.
We waren op niets aan het wachten, tenzij ademhaling.
Oké.
Wat heb ik gedaan? Ik heb om te beginnen tien seconden genomen. Ik heb gekeken naar de borstkas, of zij op en neer gaat. Ik heb mijn oor ter hoogte van de mond en de neus van het slachtoffer gebracht. Evenals mijn wang. Dit om te luisteren en te voelen of er effectief ademhaling was.
Dus het hoofd kantelen, twee vingers achteruit en we gaan kijken, luisteren en voelen. Een driedubbele controle. Om het nog makkelijker te maken, kan je, bij iemand die veel kleren aanheeft, de kledij ook een beetje losmaken. Zodat je beter kan zien of de borstkas op en neer gaat.
Men vraagt mij altijd vanwaar die tien seconden komen. Ik vraag u: waarom geen halve minuut? Dat lijkt mij logisch, gezien een halve minuut veel te veel tijdverlies betekent. Tien seconden is ideaal. Op tien seconden moet een doorsneemens toch één of twee maal geademd hebben.
Ja. Als dat niet het geval is, mag je zeker niet in paniek slaan. Maar wat weten we? De persoon is niet wakker, hij ademt niet, dus is de volgende stap: hartmassage.
Ja. Wanneer gaan we hartmassage doen? Als je twijfelt of er ademhaling is. Dat kan natuurlijk ook gebeuren.
Maar het kan dan sowieso geen kwaad om het te doen?
Het kan absoluut geen kwaad om het te doen. Integendeel, het zou erger zijn mocht je het niet doen, terwijl de persoon niet ademt of geen hartslag heeft. We starten dus met hartmassage wanneer de persoon niet ademt, indien je twijfelt en ook wanneer hij niet wakker is en een abnormale ademhaling maakt. Zoals het snurken. Dergelijk geluid is ook teken van een hartstilstand.
Toch?
Ja, dat noemen we "gasping". Dat is niet hetzelfde als wanneer uw man of vrouw thuis in bed ligt te slapen. Wanneer die ligt te snurken en jij die wakker maakt, dan is dat voorbij. In dit geval is de persoon dus niet wakker en hij maakt een raar ademgeluid. Dan moeten we ook starten met reanimatie.
Misschien voor we met de hartmassage zelf beginnen, wanneer verwittigen we de hulpdiensten? Doen we dat voor we hier met dit alles starten? Of pas wanneer we hebben vastgesteld wat er allemaal aan de hand is?
Dat is een prima vraag. Dat gaan we namelijk nu doen. Je bent er mooi tussen gekomen. Nu gaan we in principe de hulpdiensten verwittigen. Omdat we kunnen zeggen dat hij niet wakker is en een ademhalingsstilstand heeft.
Ja? Als je dat nu niet zou doen en je zou starten met hartmassage, wat redelijk vermoeiend is, dan zal je al hijgend moeten telefoneren. Dat is al niet zo makkelijk. En als je de hulpdiensten opbelt van zodra je bij de persoon aan komt en merkt dat die niet wakker is, zal men je vragen of die nog ademt. Dan moet jij zeggen dat je dat niet weet en even moet gaan luisteren.
Dus dit is dan het moment.
Inderdaad, dit is hét moment om de hulpdiensten te bellen. We hebben dat gedaan. Ik zal nu eerst verdergaan met de hartmassage.
We hebben dat gedaan, of we laten dat doen, want omstaanders kunnen dat ook doen. Dan gaan we hartmassage doen. Het is belangrijk om weten dat we hartmassage op een harde ondergrond moeten toedienen. Uw hart is eigenlijk als een spons. Er zit zuurstofrijk bloed in. Het hart trekt samen, waardoor het bloed het lichaam ingaat, naar de weefsels. Daarna ontspant het terug, waardoor er nieuw bloed inkomt. Bij een hartstilstand stopt dit proces.
Wij moeten dat overnemen. Wat gaan we dan doen? We gaan het hart, die spons, min of meer pletten tussen het borstbeen, waaronder het hart zich bevindt, en de ruggengraat. We gaan die pletten, waardoor we dus een harde ondergrond nodig hebben.
Ja, een matras zou gewoon mee bewegen.
Dat is inderdaad heel moeilijk. We gaan die patiënt dan wel een massage geven, zij het op een andere manier. Dat gaan we niet doen, dus we hebben zeker een harde ondergrond nodig. De grond is uiteraard ideaal. Je kunt errond werken, bent zeker dat die hard is en hebt plaats en ruimte. Ja. Iemand die halfzittend op een bank ligt, dat is onmogelijk. Dus zeker een harde ondergrond. Wat moeten we doen? We gaan de hiel van één hand in het midden van de borstkas plaatsen. De borstkas is het midden tussen het punt waar de ribbenbogen samenkomen en de plaats waar de sleutelbeenderen samenkomen. Het maakt dus niet uit of je een dik of een dun persoon, een man of een vrouw voor je hebt. Bijvoorbeeld bij een dikke buik die hoog op de torso eindigt, is het kleinere deel daarboven de borstkas. De zogeheten vetmassa duwt uw hart immers lichtjes naar boven. Hierdoor sta je nog steeds juist. Het midden van de borstkas is dus belangrijk. Je plaatst één hand, waarna je de andere hand inhaakt, om veel kracht te kunnen zetten. Vervolgens ga je goed boven het slachtoffer hangen, met loodrechte armen. Zo kan je de borstkas induwen, met het gewicht van uw lichaam.
Als ik dat niet doe, terwijl de patiënt op een hoger plateau ligt, dien ik op een verkeerde manier de hartmassage toe. Dan duw ik vanuit mijn, niet aanwezige, armspieren. Dat is gratis fitness, maar kan ik niet lang volhouden.
Het is dus echt belangrijk, dat je er goed boven kan hangen. Met loodrechte armen. Wat doe ik nog? Ik hou mijn vingers lichtjes naar boven. Ik moet immers kracht zetten op het borstbeen, waaronder het hart ligt. Ik moet krachtverlies via de vingers dus vermijden.
Want onze ribben liggen hier en daaronder bevinden zich de longen. Het is niet zo leuk wanneer die gemasseerd worden. Die wil je niet breken. Opgelet, je kan ze breken, maar dan aan de aanhechting van het borstbeen. Dat kan. Dat is niet erg. Ik word liever wakker met een gebroken rib, dan niet meer wakker te worden.
Dat is waar.
Dat kan dus zonder probleem. Gebeurt dat, dan doe je gewoon verder. Wat ik vooral wil zeggen, is dat je de ribben op de verkeerde plaats kan breken, wat natuurlijk niet goed is. We gaan verder. Aandachtspunten: hand correct plaatsen, andere hand erop om kracht te zetten, loodrecht erboven hangen en we gaan hartmassage geven. We zijn vertrokken. Ik ga het voordoen en daarna uitleggen. Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen en tien.
Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen en twintig.
Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen en dertig.
Dat is toch serieus pompen?
Dat is serieus pompen. En als je dat langere tijd moet doen, is dat hard werken. Dat is dus vrij inspannend. Zeker als je weet hoe diep je de borstkas moet induwen.
Dat was diep.
Dat is heel diep. De borstkas moet minimum vijf, maximum zes centimeter diep worden geduwd. Zelfs eerder zes, dan vijf centimeter. Dat is enorm veel. Maar we willen eigenlijk al het bloed gebruiken, dat in het hart zit. Als je de borstkas maar een beetje induwt, vertrekt er ook maar een beetje bloed.
Dat is niet efficiënt.
Inderdaad en daarom willen we alles gebruiken. Mensen vragen soms, hoe ze dat tijdens de hartmassage moeten controleren. Ik zeg dan altijd dat ze alleen zo hard als mogelijk moeten proberen duwen. Want het is niet evident om een borstkas in te duwen. Maar je doet het wel gecontroleerd, dus volgens het ritme dat ik net heb voorgedaan. Tussen honderd en honderdtwintig keer duwen per minuut. Iedereen kent het "Staying alive"-ritme. Nu kan ik ook niet zingen terwijl ik hartmassage geef, dat is niet gemakkelijk. En je wilt me ook niet horen zingen. Maar het is belangrijk om dat ritme aan te houden, omdat dat het ritme van een normaal kloppend hart is. Als ik nu mijn hartslag zou meten, bedraagt die ongeveer honderd. Mocht er dus toch nog een hartslag zijn, pompen wij zoals een normaal kloppend hart.
Dat kan dus geen kwaad.
Alweer een reden waarom het geen kwaad kan, om per ongeluk een hartmassage te geven. Je kan niets fout doen.
Maar ik zie wel duidelijk, dat het niet volstaat om even lichtjes te duwen.
Het is echt doorduwen en dat voel je ook. Goed hard duwen. Als je tegendruk voelt, weet je dat je zeker diep genoeg zit. We moeten tenslotte al het bloed het lichaam rond krijgen. Daarom is het niet zo evident, maar iedereen kan het.
En hoelang blijven we dat doen?
Ik zal eerder zeggen hoe vaak we dat moeten doen. We moeten dat namelijk dertig keer doen. Dat heb ik gedaan. Je kan dat eventueel afwisselen met beademing, daar zal ik straks kort over praten. Wil je of kan je niet beademen, blijf je hartmassage geven. Er zijn drie redenen om te stoppen: ten eerste, wanneer de hulpdiensten ter plaatse zijn om over te nemen, ...
Nee, ik blijf duwen.
Dat mag je proberen, maar ik zou aanraden om het aan ons over te laten. Niet omdat mensen dat niet goed doen, want wij zijn zeer blij wanneer mensen dat doen. Tweede en beste reden is wanneer het slachtoffer vraagt om te stoppen, omdat het pijn doet. Want dat wil zeggen dat hij wakker wordt. Ideaal, dus dat zou het beste scenario zijn. Een derde, vervelende reden, die door veel mensen wordt vergeten, is wanneer uw eigen veiligheid in het gedrang komt. Dus wanneer je in een onveilige situatie zit. Als ik ergens zit waar het brandt en ik een slachtoffer vind dat gekneld zit. Het zou natuurlijk ideaal zijn als je hem kan meenemen. Het is niet de bedoeling dat je hartmassage blijft geven, tot het vuur jou ook te pakken heeft. Dus dan moet je wel stoppen. Een ander voorbeeld is wanneer je uitgeput geraakt, door het zware reanimeren. Je hebt net zelf gezegd dat het niet makkelijk is. Dat gebeurt gelukkig niet vaak. Ik denk dat het vooral gaat om oudere mensen, die toch reanimeren maar eigenlijk de kracht niet meer hebben, om het te kunnen volhouden.
Het is niet de bedoeling, dat je naast elkaar gaat liggen.
Inderdaad niet. We hebben dan immers al voldoende werk.
Je zegt ook dat, indien je niet kan of wil beademen, doe het dan niet. Maar voor de mensen die het wel willen of kunnen doen, hoe werkt dat dan?
Dat kunnen we zeker even doen. We starten altijd met hartmassage. Dertig keer. Daarna gaan we beademen. Ik had gezegd dat we om te beademen, de luchtweg moesten vrijmaken. Dat hand moest op het voorhoofd komen, twee vingers onder de kin. Om de luchtweg terug open te maken en die kinlift te doen. En dan gaan we als volgt lucht inblazen. Eén, twee. Twee keer. Je moet er uiteraard zeker op letten, dat je de neus dichtknijpt. Lucht volgt immers de kortste weg, met de minste weerstand. Als je dat niet doet, krijg je het volgende. Nu, wanneer je gezicht onder het snot komt te zitten, zal jouw frank wel vallen. Maar dus zeker de neus dichtknijpen. Dat is belangrijk. Een ander aandachtspunt tijdens het beademen, is dat je tijdens het beademen terug naar de borstkas kijkt, om te zien of deze naar boven gaat. Na het beademen zet ik mijn oor en wang terug aan de mond, om te luisteren en te voelen of er terug lucht uit komt. Het kijken, luisteren, voelen-verhaal van bij het begin komt voortdurend terug. Misschien nog één ding. Mensen vragen zich namelijk af, hoeveel lucht zij moeten inblazen. Veel mensen denken dat zij alles moeten geven. Je moet eigenlijk gewoon blazen, tot de borstkas naar boven gaat. Dus als je ziet dat de borstkas zich uitzet, is dat voldoende. Wij ademen ook allemaal en je ziet niemand de hele dag door diep in- en uitademen. Dus we ademen tot onze borstkas is uitgezet. Hetzelfde geldt voor ons slachtoffer. We blazen lucht in tot de borstkas naar boven komt. Dat is perfect en je kan stoppen.
Dat blijf je dan constant herhalen.
Inderdaad. Dus twee keer beademen, dertig keer hartmassage. Dat is eigenlijk het ritme dat je moet volgen.
Erik, dank je wel om ons dit te leren.
Met veel plezier, absoluut.
En u, beste kijker, bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week.