COLUMN - Alvorens ik het epitheton van toogfilosoof krijg toebedeeld, neem ik je graag mee in een poging tot verklaring van bovenstaande. 8 Maanden geleden werden we overvallen door een viruspandemie die ons land en onze sector in lockdown plaatste.
Nou ja, 'overvallen'. Oorspronkelijk werd het afgedaan als een griepje, nog wat later als iets waar enkel oude mensen last van hadden en eventueel aan konden sterven. “Oud” dan, als in wel meer dan 80 jaar …
Ik ga jullie niet vervelen met surrealistische verhalen rond strategische mondmaskervoorraden die vernietigd werden - mondmaskers die eerst niet later dan weer wel noodzakelijk waren –; testen die enkel bij symptomen dienden afgenomen, daarna bij iedereen om dan uiteindelijk weer enkel bij duidelijke tekenen noodzakelijk waren ook al kwam je in contact met een hoog risico besmetting; contacttracers die uit verveling naar Netflix zaten te kijken en die nu het vele werk amper gedaan krijgen terwijl een echt bronnenonderzoek hier nog steeds onbestaand is; virologen die het met elkaar compleet oneens waren, waardoor wij simpele zielen het helemaal niet meer wisten; verstrengingen van diverse lokale, regionale, federale overheden die voor de bevolking verpakt werden als versoepelingen; het eindeloos wachten van deze overheden op een maatschappelijk draagvlak, terwijl de bevolking er reeds lang klaar voor was; waar er 9 ministers van volksgezondheid zijn en waar iedereen dus bevoegd, maar niemand verantwoordelijk is …
Maar ik ging jullie dus niet vervelen met surrealistische verhalen die je nooit zou geloven mocht je ze niet zelf beleven en die enkel het falen van onze lasagnedemocratie – omdat er zo veel lagen zijn - in ons land onderlijnen.
Ik hoorde de café’s jammeren toen ze om 23.00u hun deuren moesten dicht doen. Ik dacht te zeggen dat ik graag elke dag zou mogen werken tot 23.00u… En toen de “reca” van diezelfde horeca vloekten wanneer ze voor een tweede keer gesloten werden, dacht ik bij mezelf dat de beurs- en eventsector al 8 maanden gesloten was. Dat wij eigenlijk nog niet eens open zijn geweest. De eerlijkheid gebied mij om te zeggen dat dit niet helemaal waar is. Officieel konden we sinds 1 september beurzen organiseren en “hosten”. Ware het niet dat nagenoeg alle organisatoren er één voor één reeds de stekker hadden uitgetrokken. De ene omdat het met de helft van bereidwillige exposanten niet meer rendabel was, de ander omdat het hem en zijn exposanten aan moed ontbrak in deze bange tijden. Moed moet, zeg ik altijd, al vraag ik mezelf af waar ik dat nu weer vandaan haal. De lichtzinnigheid waarmee gejongleerd werd met het woord “uitstel” om “annulatie” te verbergen was stuitend. Een beurs die steevast in maart doorgaat kan je uitstellen naar september, maar niet naar maart van volgend jaar. Tenzij je er twee organiseert diezelfde maand …wat ze natuurlijk niet bedoelden.
Sommigen trokken dan weer de kaart van het virtuele en dachten daar de heilige graal te vinden. Maar zoals ik in een eerder opiniestuk reeds schreef, lijkt mij dit de chicorei in oorlogstijd. Goed voor even als noodoplossing en bij gebrek aan echte koffie, maar hoopvol uitkijkend en verlangend naar een zo spoedig mogelijke terugkeer naar the real stuff. Onderzoek zegt ons dat op een live beurs gemiddeld 26 contactgesprekken worden gevoerd. Zie je dit al in een virtuele setting ? Ooit al eens virtueel genetwerkt ? I rest my case.
Let wel, mij hoor je niet zeggen dat we in het nieuwe normaal, of de terugkeer naar het oude normaal, geen virtuele invloeden zullen overgehouden hebben. Na maandenlang videovergaderen kan je moeilijk anders verwachten. Een buitenlandse spreker die via streaming op een congres of seminarie wordt opgevoerd bijvoorbeeld. Een hybride mengeling van virtueel en live. Maar in een virtuele wereld die de live interacties vervangt, geloof ik niet.
En nu zijn we weer met z’n allen in lockdown voor zes weken. Onze sector was er echter nog niet uitgekomen, uit die eerste. Wij beseffen bovendien – en dat is nog het ergste - dat het niet voor “slechts” anderhalve maand zal zijn. Beurzen hebben immers maar twee seizoenen. Regeringen hebben er vier, als we Vivaldi mogen geloven. Wij kennen een voorjaar en een najaar. De Duitse Van Ranst – Droster als je het echt moet weten – orakelt dat deze pandemie met Pasen nog niet voorbij zal zijn. En aangezien er zelden beurzen zijn tussen april en augustus zou dus wel eens nagenoeg alles kunnen wegsmelten tot september. Dat is zo goed als nog een volledig jaar... Die wanhoop en uitzichtloosheid, en hier volgt dus de verklaring van de eerste regel - ik geef toe, het duurde wat lang – is niet te vatten voor onze mensen. Want op het moment dat je het vat, dat het doordringt en ten volle beseft, zijn enkel nog uitzichtloosheid en wanhoop jouw deel. En bovendien, en jammer genoeg, kan je er niets aan veranderen. Het gebeurt allemaal weliswaar voor jouw ogen maar buiten je wil.
Elke deadline, elke nieuwe baken van hoop die we onszelf hebben uitgezet ("dat griepje zou wel getemd zijn na de winter, tegen de zomer zijn we er uit, vanaf september kunnen we weer, het Autosalon Light zal de kentering zijn, of Batibouw, …"), werd telkens weer teniet gedaan. Telkens weer – en met de moed der wanhoop, die ijdel blijkt te zijn - werd een nieuw ijkpunt vooropgesteld. Soms tegen beter weten in. Telkens opnieuw opladen. Telkens opnieuw hoop. Hoop die we zelf moeten creëren, want niemand anders geeft ze ons. Daar ligt dan ook het wezenlijk verschil tussen hoop en perspectief. Een situatie of anderen geven je perspectief; daaruit put je dan zelf hoop. Wanneer je jezelf hoop geeft die niet gestoeld is op perspectief of kennis, zal het vaak irrationeel wensdenken en dus valse hoop zijn... En toch zijn we het onszelf verplicht. Voor onszelf – soms is het toegelaten om even egoïstisch te zijn –onze medewerkers en onze sector. Zelfs tegen beter weten in. Ook nu weer. Of beter, juist nu weer.
De aankondiging van een vaccin met 90% effectiviteit is zo’n strohalm waar we ons massaal aan vastklampen. Een land dat als eerste de vaccinatie opstart zal ook zo’n sprankel zijn. Zulke berichten zijn tegelijkertijd bakens van hoop en boosters van vertrouwen. Daarop leven we nu, niet langer op adrenaline maar op hoop.
Het moge echter duidelijk zijn dat het deze keer langer zal duren alvorens de overheid groen licht geeft voor versoepelingen. Ze zullen uit sterk hout gesneden moeten zijn, de dames en heren politici, om dat aan te durven. Onze sector – die onmogelijk als schuldige van broeihaarden van besmettingen kan aangeduid worden wegens "nagenoeg onbestaand" – moest als eerste het licht uit doen en zal als laatste dat licht weer aansteken. Tenminste, wat er van dat licht nog overblijft…
We hoeven geen medelijden, daar koop je toch niets voor. We hebben ook geen behoefte aan applaus – geef dat maar aan de mensen uit de zorgsector (al merk ik daar al maanden ook niet veel meer van om 20.00u). We moeten geld hebben. Structurele financiële steun. Geen aalmoesjes van € 9000. (In het Brussels Gewest kan je maximaal tot € 9000 subsidie krijgen als je zaak dicht moet. In Vlaanderen is het niet veel beter met een plafond van €22.000). Om de cijfers in zijn perspectief te plaatsen: Ik had een perfect gezond bedrijf met 100 personeelsleden en een omzet van om en bij de 50 miljoen €. In Nederland krijgt mijn concurrent 30 miljoen euro enkel om deze crisis door te komen. Ook in Duitsland schieten overheden te hulp. Hoe komt het dat men in België op lineaire -iedereen gelijk voor de wet- manier de getroffen bedrijven aalmoezen geeft? Terwijl we weten dat 20% van de ondernemingen in onze sector goed is voor 80% van de omzet. Heeft de coronacrisis ons dan niet het verschil geleerd tussen lineair en exponentieel?
Ik lees dat het troost te beseffen dat wat uitzichtloos lijkt, enkel een onderbreking vormt van wat we te gemakkelijk vanzelfsprekend vinden. Dat kan allemaal best zijn, maar het blijft moeilijk, hard en pijnlijk te moeten vaststellen dat je als 'niet essentieel' wordt gecatalogeerd. Maar ook daar weer alle begrip voor: volksgezondheid primeert en ik weiger mij bovendien te hullen in zelfmedelijden.
Dat heb ik van mijn moeder geleerd. Volgens haar zijn er altijd anderen die er nog slechter aan toe zijn. Enkel toen ik met mijn schoolresultaten dezelfde logica volgde was ze het met mij oneens.
Ik durf alleen maar hopen – daar gaan we weer - dat die dames en heren politici een derde golf beter gaan managen, of moet ik in plaats van 'beter' schrijven 'nu wel'. Dat ze dan niet opnieuw doen alsof ze niet echt voorbereid waren en moeten improviseren. Dat ze het planmatig improviseren overlaten aan de professionals van de eventsector. Dat is toevallig een van onze specialiteiten. Wij creëren een corona testdorp op onze parking op enkele dagen. Wij bouwen noodhospitalen op nog geen week.
Wij kunnen dat. Wij wel...