Ik kom het dagelijks tegen: opdrachtgevers die met alle geweld willen debatteren of hun deelnemers een debattraining willen laten ondergaan. En bijna altijd sputter ik tegen, want in de meeste gevallen wordt dit programma-onderdeel ingezet om de foute redenen.
Debatteren zoals het toegepast wordt tijdens bijeenkomsten gaat in het algemeen om winnen. Het gaat niet om wie de beste argumenten heeft, maar om wie zijn argumenten belangrijker weet te maken dan die van de ander. Het gaat niet om luisteren naar elkaar, maar om de ander 'klem lullen'. Op die manier ingezet is debat(training) weliswaar een heel dynamisch onderdeel, maar voegt het niets toe aan de resultaten van de dag.
In mijn ogen hoort debat altijd vergezeld te gaan van dialoog. In het debat komen op het scherpst van de snede alle feiten en meningen boven tafel; de dialoog helpt vervolgens om dit te vertalen naar resultaat: goed naar elkaar luisteren helpt elkaar te begrijpen, elkaar te vertrouwen en samen te zoeken naar 'de waarheid'. In dialoog kunnen afspraken gemaakt worden en kan gewerkt worden aan consensus. Het debat kan daar de voedingsbodem voor helpen leggen.
Zo beschouwd is het vreemd, dat het debat vaak aan het eind van het programma geprogrammeerd wordt. Het is alsof je de kinderen op school de hele dag 'samen spelen, samen delen' hebt voorgehouden en ze aan het eind van de dag expres ruzie laat maken om het mooiste speelgoed.
Debat in zijn beste vorm komt tot zijn recht, als het een gericht gekozen plek krijgt in het programma. Als er nagedacht wordt over de functie die het debat heeft voor einddoel van de bijeenkomst. En als de debatvorm daaraan aangepast wordt. Als debat op die manier ingezet wordt, zeg ik: 'vóór!'