Bij veel bijeenkomsten is tijd gereserveerd voor discussie. En gelukkig maar: dialoog is de perfecte manier om deelnemers te betrekken, te activeren en hun dag meerwaarde te geven. Wat is het daarom jammer dat er over de vorm van het debat vaak zo makkelijk gedacht wordt.
Ieder dagvoorzitter kent het fenomeen: de opdrachtgever heeft het programma al min of meer in kannen en kruiken. En gelukkig: er is gedacht aan interactie: "om 11.30 willen we graag een Lagerhuisdebat doen". Maar op de vraag 'waarom juist een Lagerhuisdebat' blijft het antwoord vaag: "nou, gewoon... omdat het zo lekker dynamisch is".
Begrijp me niet verkeerd: het Lagerhuisdebat is een hele leuke vorm, die vaak erg goed werkt. Maar wat doet dit concept: het stelt je in staat om op een heel entertainende wijze snel veel argumenten te verzamelen. Maar tegelijkertijd beperkt het zich tot one-liners. Dus wil je de diepte in of toewerken naar een gezamenlijke beslissing, dan is het Lagerhuisdebat zeker géén effectieve vorm.
Een andere veel (klakkeloos) gekozen discussievorm is het werken met stellingen. Mits goed gekozen kunnen deze zorgen voor een debat op het scherpst van de snede. Maar wil je dat wel? Als je mensen bij elkaar wilt brengen, bruggen wilt slaan, begrip voor elkaar wilt laten krijgen, dan zijn andere vormen wellicht beter.
Er zijn zó veel alternatieven te bedenken voor deze twee meest voor de hand liggende dialoog-formats. Het belangrijkste is dat bij de uitwerking van het programma de debatvorm standaard ter discussie wordt gesteld.
Bekijk ook de eventplanner.tv aflevering over het nut van dagvoorzitters!