Als regelmatige conferentiebezoeker heb je ongetwijfeld al eens op een 'gekoppelde' stoel gezeten. Eén of andere snode slimmerik is ooit op het onzalige idee gekomen een soort clip uit te vinden waarmee je lange rijen stoelen aan elkaar vastklikt.
Deze trouvaille escaleerde meteen tot een indrukwekkende passage in de verkoopsbrochures van alle 'specialised allround event suppliers': "Onze koppelbare stoelen zijn goedgekeurd door de brandweer en ideaal om voldoende zitplaatsen te creëren in congreszalen met een podium en publiek. Met deze stoelen kunt u de indeling volledig zelf bepalen en creëert u op een eenvoudige manier een grote eenheid in de zaal. Deze stoelen zijn zeer eenvoudig vast te maken en los te koppelen, waardoor ze gemakkelijk verplaatsbaar zijn. Zo heeft u ook na onze stoelenplaatsing toch nog de flexibiliteit om zelf wijzigingen in de opstelling aan te brengen."
Inderdaad, deze ingreep garandeert kaarsrechte rijen die met een militaire precisie moeiteloos de pauzes of eventuele zaalwissels overleven. Maar is het je opgevallen dat deze tekst enkel peptalk bevat over het gemak voor de organisator? Geen enkel woord over zij die OP die stoelen moeten plaats nemen.
Want in het weliswaar onwaarschijnlijke geval van een volledige bezetting worden wij, de achtbare genodigden - de geëerde gasten - de uitverkorenen VIP's - verplicht om urenlang schouder aan schouder in elkanders intieme zone te vertoeven. Wij, die intussen gewend geraakt zijn aan verstelbare en ergonomisch verantwoorde bureaufauteuils, worden nu samengeperst op banale, vastgeklikte stoelen. En die eenmalige gelukstreffer naast een slanke jongedame niet te na gesproken krijg ik steevast het nabuurschap te verwerken van mature managers wier BMI-indexen zich duidelijk rond of boven de 26 situeren.
Ben ik dan werkelijk de enige die tijdens een toespraak wel eens op zijn stoel wil wiebelen, die wat wil kunnen schuiven op zijn stoel, die zijn benen of armen eens wil kunnen strekken, die al eens een plaatsje nodig heeft voor zijn aktetas...? Die een voortdurend schoudercontact verafschuwt?
Tot nog toe overschatten de organisatoren meestal de numerieke opkomst (en dus ook hun eigen aantrekkingskracht). Dankzij deze stoelenverspilling ten voordele van de supplier kan je dus nog vaak tussen twee lege stoelen een vastgeklikte zitplaats vinden. Maar hoelang zal het nog duren voor ook zij de big data juist kunnen interpreteren? Een mogelijke reddingstactiek die ik hier alvast wil verklappen is deze; kies een stoel aan het uiteinde en koppel deze dan discreet maar kordaat los. Maar ik besef het: dit is enkel kurieren am symptom.
Laat ik hier dus maar meteen in het openbaar de retorische vraag stellen die niemand durft stellen. Maar waar we allemaal mee zitten: Is deze innovatie echt de kwaliteitsverbetering waar wij op zaten te wachten?
In deze hyperindividualistische tijden wil ik hier dus graag de tolk zijn van deze m.i. rechtmatige verzuchtingen van alle conferentiebezoekers: "Weg met de gekoppelde stoelen!" "Geef ons meer bewegingsruimte en zitcomfort!" "Wij hebben niets te verliezen dan onze stoelenclips!"
Laten we hopen dat deze noodkreten via de sociale media de event suppliers en organisatoren tot inkeer zullen brengen. Want als GAIA actie mag voeren om de kippen in de legbatterijen meer vierkante centimeters te verschaffen dan is deze sensibilisatie voor een iets grotere privacyzone minstens even legitiem.
Terecht punt Philip! Onbewust ga ik al altijd op het einde van de rij zitten om een beetje ruimte te hebben. Vastklikken is vaak een veiligheidsoverweging en een verplichting. Al zijn er (gelukkig) ook klikstoelen die wat meer ruimte laten en een perfect alternatief kunnen zijn.